-
1 hevig lijden
hevig lijden -
2 hevig
♦voorbeelden:hevige pijnen • douleurs aiguëseen hevige wind • un vent violentin het hevigste van het gevecht • au plus fort de la bataillehevige uitvallen • sorties brusqueszijn hevigste vijanden • ses pires ennemishij was hevig verontwaardigd • il était profondément indignéhevig lijden • souffrir le martyrehevig reageren • avoir une réaction violentehevig verlangen naar iets • désirer ardemment qc. -
3 hevig, vreselijk lijden
hevig, vreselijk lijden -
4 lijden
lijden1〈 het〉♦voorbeelden:een lang en smartelijk lijden • une longue et pénible maladieeen dier uit zijn lijden verlossen • abréger les souffrances d'un animalnu is hij uit zijn lijden verlost • maintenant il ne souffre plus————————lijden22 [verdragen] supporter3 [toestaan] tolérer♦voorbeelden:ik mag, kan die man wel lijden • j'aime bien cet hommeik mag lijden dat hij … • 〈 hoop〉 j'espère (bien) qu'il 〈+ aantonende wijs〉; 〈 verwensing〉 je lui souhaite de 〈+ onbepaalde wijs〉; je lui souhaite qu'il 〈+ aanvoegende wijs〉→ link=nederlaag nederlaag1 [in ellende verkeren; schade ondervinden] souffrir (de)♦voorbeelden:hevig, vreselijk lijden • souffrir le martyrelijdend aan • souffrant deaan bloedarmoede lijden • faire de l'anémieaan migraine lijden • être sujet à la migrainelijden onder iets • souffrir de qc.dit land heeft te lijden van de oorlog • ce pays souffre de la guerrete lijden hebben van iets • se ressentir de qc.→ link=voorwerp voorwerp -
5 mort
〈m., v.〉♦voorbeelden:————————mort2 [mor, mort]〈v.〉1 dood ⇒ (het) overlijden, (het) sterven♦voorbeelden:mort aux rats • rattengifmort absolue, définitive • hersendoodmort accidentelle • dood door ongevalmort apparente • schijndoodmourir de sa belle mort • een natuurlijke dood stervenpâle comme la mort • lijkbleekmort volontaire • zelfmoordarracher qn. à la mort • iemand van de dood reddencondamner à mort • ter dood veroordelencourir à la mort • zijn dood tegemoet gaandonner la mort • dodense donner la mort • zich van het leven berovenêtre à la mort • op sterven liggenmettre à mort • ter dood brengenvoir la mort de près • oog in oog met de dood staanfrappé à mort • dodelijk getroffenêtre brouillés à mort • elkaar een dodelijke haat toedragenen vouloir à mort à qn. • iemand iets ontzettend kwalijk nementravailler à mort • zich doodwerkenà mort! • weg met hem!combat à mort • strijd op leven en dood〈 spreekwoord〉 après la mort, le médecin • als het kalf verdronken is, dempt men de put, dat is mosterd na de maaltijdsouffrir mille morts • duizend doden sterven→ vie————————mort3 [mor]1 dood ⇒ gestorven, overleden2 zonder leven ⇒ dor, uitgestorven♦voorbeelden:c'est un homme mort • hij is ten dode opgeschrevenle passé est mort pour moi • het verleden bestaat niet meer voor mijmort et bien mort • zo dood als een piermort en apparence • schijndoodyeux morts • uitgebluste ogenêtre comme mort, à moitié mort • meer dood dan levend zijntomber raide mort • morsdood neervallenplus mort que vif • meer dood dan levend1. m/f1) dode, overledene2) blinde [kaarten]2. f1) dood, (het) overlijden2) ondergang, einde3. adj1) dood2) uitgestorven, dor3) naar de maan -
6 ache
n. pijn; leed--------v. pijn lijden, pijn voelen; verlangenache1[ eek] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————ache2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:ache for • hunkeren naar
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Французский